Het is niet ernstig genoeg!

“Ze zeggen dat het wel meevalt – maar bij ons thuis valt het níét mee”

Ze staat daar. Tussen alle andere kinderen. Ze lacht een beetje, maar haar schouders zitten hoog, haar ogen zoeken jou. Ze heeft een rol in het eindoptreden van groep 8, maar die is klein. Onzichtbaar, bijna. En ergens voel je dat dat niet zomaar is.

Misschien herken je dit. Je dochter – of zoon – is gevoelig, een dromer, een denker, of juist iemand die net iets anders is dan de rest. Het afgelopen jaar is ze meerdere keren alleen gelaten, buitengesloten, misschien zelfs gepest. Je hebt gekozen voor een nieuwe school straks, eentje die veiligheid belooft. Je hebt gesprekken gevoerd, hoopvol gekeken naar het beleid, de begeleiding, het “wij doen er echt iets aan”-plan.

En toch… toch ligt ze ’s avonds huilend in bed. Ze zegt: “Ik wil niet opvallen. Wat als ik het verknal? Wat als ze weer gaan lachen?” Ze zegt: “Waarom moest ík weer die kleine rol? Waarom mag ik nooit echt meedoen?” Of ze zegt niks. Ze trekt zich terug. Of ze ontploft. Boos, onredelijk, intens verdrietig.

En jij? Jij staat erbij en je hart breekt in duizend stukjes.

Je hebt al contact gezocht met de huisarts. Misschien zelfs al voorzichtig geïnformeerd bij de GGZ. Maar wat je daar hoort, is vaak: “Het is niet ernstig genoeg. Ze functioneert toch nog prima op school? We zien geen reden voor directe hulp.”

Alsof het pas telt als ze iedere dag niet meer uit bed komt. Alsof de angst om het hart, de eenzaamheid op het schoolplein, en het verdriet bij het opstaan… niet genoeg zijn. Maar voor haar – en voor jou – is het alles.

Wat kun je doen?

Allereerst: je mág verdrietig zijn. Boos. Gefrustreerd. Ouderschap is soms zó machteloos. Je wilt haar beschermen tegen de wereld, maar je kunt niet alles wegvegen. Dus begin bij wat je wél kunt:

1. Erkennen zonder oplossen

Zeg: “Het is oké dat je je zo voelt. Je hoeft niet sterker te zijn dan je bent.”

Luister zonder direct te willen fixen. Gewoon bij haar zitten, mee ademen, meevoelen.

Kinderen voelen zich het veiligst als ze weten dat hun emoties er helemaal mogen zijn.

2. Maak haar rol betekenisvol voor haar

Zelfs als het maar twee zinnen zijn op het podium. Help haar die te oefenen met trots. Maak het háár moment. Laat haar voelen: “Jij bent belangrijk. Niet ondanks, maar dankzij wie je bent.”

3. Stap in een ondersteunend traject bij mij – zonder wachttijd, mét aandacht

Ik weet hoe het voelt als je niet ‘urgent genoeg’ lijkt voor hulp, terwijl jij thuis ziet hoeveel het haar kost. Daarom bied ik een traject aan dat begint bij jou – als ouder – met een luisterend oor.

Van daaruit bouwen we aan vertrouwen, rust en stevigheid voor je kind. Met informatie, heldere handvatten en inzichten die passen bij jullie situatie. Je kind gaat zichzelf (terug)zien als iemand die wél mag bestaan, wél iets kan, wél mag stralen.

Met een aantal terugkoppelmomenten zorgen we ervoor dat jouw kind zich vanaf het allereerste contact gezien en gehoord voelt. Zoals het hoort.

Geen wachtlijsten. Geen ‘niet erg genoeg’. Gewoon nú beginnen. Want dit verdient aandacht.

4. Leer haar simpele adem- of ankertechnieken

Wanneer de angst toeslaat: voeten op de grond, hand op de buik, en samen ademhalen.

Zeg: “Voel je voeten. Je bent hier. Je bent veilig.”

Simpel. Maar krachtig. Elke keer een klein stapje richting rust en zelfvertrouwen.

En wat kan zij zelf doen?

Misschien nog niet veel. Ze is nog jong. Maar ze kan leren dat haar gevoelens er mogen zijn, dat spanning niet hetzelfde is als falen, en dat ze – zelfs met trillende benen – mag bestaan.

Ze kan ontdekken dat ze niet ‘klein’ is omdat haar rol klein is.

Dat haar waarde nooit bepaald wordt door hoeveel tekst ze heeft, maar door wie ze ís.

Lieve ouder,

Als je dit leest en denkt: dit gaat over ons, dan wil ik je dit zeggen:

Jij doet het goed. Jij ziet haar. Jij bent er.

En dat is geen kleinigheid.

Dat is fundament. Dat is liefde die blijft.

Plaats een reactie